Selecteer een pagina

Goed verzekerd bij snel veranderende regelgeving

door | 25 september 2020

Benjamin Overkleeft, verzekeringsadviseur regio Gelderland, Overijssel, Limburg en Noord-Brabant.

‘Een melkveehouder in Groningen is niet anders dan een melkveehouder in Maastricht’, vindt verzekeringsadviseur Benjamin Overkleeft. En daar ligt volgens hem ook de kracht van LTO Verzekeringen: een landelijke organisatie die opkomt voor de agrarische branche die het niet altijd makkelijk heeft.

LTO-verzekeringsadviseur Benjamin Overkleeft stoort zich eraan dat de agrarische sector zo wordt geplaagd: ‘Traditioneel keken we als adviseurs altijd naar kostprijsverlaging. Nu is de teneur bij boeren: wie garandeert mij dat ik er over vijf jaar nog ben? Als adviseurs zijn we hierdoor alleen nog maar meer met ons vak bezig. We leggen de nadruk op goed verzekeren zodat, als je opnieuw moet beginnen, het ook onder de huidige omstandigheden kan.’

Na een aantal jaren bij verschillende verzekeraars, altijd op het thema landbouw en gewassen, streek Overkleeft neer bij LTO Verzekeringen. En ook al werkt hij hier inmiddels al twintig jaar, er zijn genoeg ontwikkelingen die zijn werk interessant houden: ‘Je zou zeggen na zoveel jaren in hetzelfde vak ken je het klappen van de zweep maar ik blijf bijleren. Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen bijvoorbeeld op het gebied van zonnepanelen of de regels rondom asbest. Wat tien jaar geleden nog de norm was, is nu misdadig.’

Bouwmethoden zijn volgens Overkleeft sowieso een punt van aandacht tijdens het afsluiten van een verzekering. ‘Vooral bij totaalschade moet je daar op letten. Want die dekking moet niet exact hetzelfde vergoeden als wat er nu staat. De wet- en regelgeving is veranderd. Dus als je iets terugbouwt, moet het aan andere normen voldoen, daardoor is de herbouw totaal anders. Dat moet je verzekering dekken, niet de tien jaar oude schuur die er staat.’

Overkleeft: ‘Je hoopt altijd dat je met dit soort situaties enkel preventief in aanraking komt, maar de realiteit is toch dat de sector enkele keren per jaar te maken krijgen met een totaalschade. Dan schud je aan een polis en komt er van alles uitvallen en van alles niet. Dat is soms lastig.’ Ook lastig: praten over zo’n situatie als het niet aan de orde is. ‘Het voordeel is: ik ben niet gisteren begonnen. Ik kan heel veel voorbeelden noemen. Dan nog moeten agrariërs een afweging maken, maar een bepaald onderdeel wel of niet verzekeren scheelt in de vergoeding soms een paar ton.’

Bedrijfsschade daaronder vallen ook de vaste lasten en de gemiste netto winst. En ook daarbij moet je de snel veranderende regelgeving in het achterhoofd houden. ‘Wij adviseren een uitkeringstermijn van twee jaar. Omdat je bij de wederopbouw van je bedrijf ook rekening moet houden met een vergunningsaanvraag. Kijk bijvoorbeeld naar de huidige stikstofproblematiek. Het kan zomaar zijn dat het eerst negen maanden duurt voor je weer een vergunning hebt. Als je dan een uitkeringstermijn van een jaar afspreekt, heb je vervolgens nog maar drie maanden om een bedrijf weer draaiende te krijgen, dat is niet realistisch.’

Prijs moet niet de doorslag geven, vindt Overkleeft: ‘Natuurlijk is er een verschil, maar dat scheelt op de polis ‘slechts’ een paar honderd euro. Niet veel wanneer het aan de andere kant, bij schade, gaat om de bedrijfscontinuïteit.’

Naar LTO Verzekeringen

Verzekeringen