Selecteer een pagina

Mestvergisting, toekomst of niet?

door | 29 april 2015

Vergisting is het onder zuurstofloze omstandigheden omzetten van biomassa in biogas. Een vergister is een installatie die onder gecontroleerde omstandigheden gemakkelijk afbreekbare organische stof omzet in biogas, dat wordt opgevangen en benut als brandstof voor de productie van warmte, stroom, aardgasvervanger of transportbrandstof.

Mest is een vergistbare biomassa in overvloed. Er wordt om en nabij de 50 miljoen m3 rundveedrijfmest en 12 miljoen m3 varkensdrijfmest wordt er jaarlijks in Nederland geproduceerd. Zou alle drijfmest in Nederland vergist worden dan wordt voor 1,2 miljard kuub aardgas aan duurzame energie geproduceerd en 4,7 Mton aan CO2 gereduceerd.

Mestcovergisters

Er draaien zo’n 100 mestcovergisters in Nederland. Hierin wordt naast minimaal 50% mest, maximaal 50% andere biomassa bijgevoegd om de gasproductie te vergroten. Mestcovergisting in Nederland is een moeilijke tak van sport gebleken. Oorzaken zijn grofweg hoge biomassakosten en tegenvallende energieopbrengsten, ondanks overheidssubsidie. Want ook dat is duidelijk: zonder subsidie geen duurzame energie uit biomassa.

Mede om deze redenen staat het vergisten van (nagenoeg) alleen mest weer in de belangstelling: monomestvergisting. Weer, omdat in de jaren ’80 dergelijke installaties ook al draaiden op Nederlandse boerenerven, zij het kortstondig. Door technisch falen en afnemende energieopbrengsten na de hoge prijzen van de oliecrisis zijn de meeste van deze installaties tot stilstand gekomen. Inmiddels is er veel vooruitgang geboekt ten opzichte van de jaren ’80. Mede door de enorme ontwikkeling van de Duitse vergistingsmarkt is er veel en brede kennis over vergisting gekomen en zijn toenmalige (proces)technische problemen getackeld. In Duitsland draaien momenteel ca. 8.000 veelal kleine vergisters, die samen toch voor een aantal kolencentrales aan energie produceren. Ter vergelijk: in Duitsland is een gangbare installatiegrootte in termen van WKK (WarmteKrachtKoppeling) vermogen 250 – 500 kWe. Nederlandse mestcovergisters zijn omwille van rendement vanaf 2004 van 200 kWe snel gegroeid naar installaties waar soms ruim boven de 2.000 kWe opgesteld staat.

Microvergisters

Monomestvergisters of microvergisters zijn een veelvoud kleiner: als alleen mest vergist wordt is op een bedrijf waar 5.000 m3 mest beschikbaar is een WKK van 50 kWe voldoende. En hier schuilt dan ook de uitdaging. Hoe kun je met zo’n kleine installatie rendement behalen?

De overheid heeft in de EU afspraken gemaakt en doelen gesteld om duurzame energie te produceren en broeikasgassen te reduceren. Mest als biomassabron is hierin een factor van betekenis om deze doelstellingen te behalen. Daarnaast is op bedrijfsniveau een mestvergister een bedrijfsmiddel om diverse voordelen te behalen. Door mest te vergisten wordt een forse reductie van methaanuitstoot bereikt. Op twee fronten: door verse mest te vergisten wordt methaanemissie uit de mestkelder sterk beperkt en inzet van fossiele brandstof vermeden. Er wordt duurzame energie geproduceerd waarmee het bedrijf energieneutraal wordt en aanvullend een stuk van de keten. Digestaat (uitvergiste mest) bevat meer minerale stikstof dan ruwe drijfmest en kan daarmee de bemestingsbehoefte invullen met minder kunstmest. Andere voordelen zijn: afbraak van geur, homogenere mest, verbeterd stalklimaat, gezondere veestapel en een versterkt imago zijn andere niet onbelangrijke voordelen.

Geen oplossing voor het mestoverschot

Een betere mineralenbenutting uit dierlijke mest hoeft niet persé met een vergistingsstap plaats te vinden. Er wordt nogal eens gedacht dat mestvergisting een oplossing voor het fosfaatoverschot is. Dit is niet juist. Alle mineralen die aan de voorkant in een vergister gaan, komen er in gelijke hoeveelheden aan de achterzijde weer uit. Ook het mestvolume neemt nog geen 5% af. Mestvergisting als stap in een duurzame mestraffinage  tot groene mineralen lijkt echter logisch.

Naast mestmonovergisting op eigen erf of samen met buren is er grootschalige mestvergisting als stap in mestverwerking op een centrale locatie. Bij deze laatste dient vergisting de mestverwerking.

Uitdaging

Het economisch plaatje is zogezegd de uitdaging. Als we alleen energieproductie, broeikasgasreductie en mineralenbenutting in ogenschouw nemen, dan zijn er drie knoppen waaraan gedraaid moet worden om de investering in een monomestvergister voor ondernemers interessant te maken: 1. De investeringsprijs van een mestvergister moet fors naar beneden. 2. Beloning van vermeden broeikasgasemissie 3. Juridische status voor groene mineralen als zijnde kunstmestvervangers, zodat deze groene mineralen te gebruiken zijn bovenop de dierlijke mestnormen.

Rol LTO

LTO zet zich al geruime tijd in om de kansen die mestvergisting biedt te verzilveren.. Dat met mestvergisting integraal energieproductie, broeikasgasreductie en mineralenbenutting bereikt kan worden maakt dit een kansrijke maar uitdagende opdracht. Bij de overheid ontstaat inmiddels de notie van het belang van mestvergisting, getuige de aandacht die mestvergisting krijgt in o.a. de recent door de overheid  uitgebrachte Warmtevisie, het rapport Nut- en noodzaak van mest(co)vergisting, de aanstaande opname in het Activiteitenbesluit voor een vereenvoudigd vergunningstraject, de totstandkoming van een Nederlands Technische Afspraak (NTA 9766), waarmee de veiligheidsaspecten van een monomestvergister geborgd worden, beschikbaarstelling innovatie- en demonstratiegelden in de Topsectorenregeling en de grote interesse van veel provincies om actief mee te werken aan vergroting van het aantal monomestvergisters.

Komen tot een verbeterd verdienmodel voor succesvolle marktuitrol

De ‘seinen’ beloning broeikasgasreductie en mineralenverwaarding door middel van kunstmestvervangerstatus staan vooralsnog op rood. LTO werkt samen met partijen verenigd in stichting Groen Gas Nederland actief aan het slechten van deze barrières. Verdere marktuitrol moet komen uit een verbeterd verdienmodel. LTO verwacht dat mestvergisting een belangrijke rol zal gaan spelen in het verder verduurzamen van de agrarische sector. LTO Energie houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en zal waar mogelijk de ondernemer ondersteunen op het moment dat marktcondities en regelgeving van dien aard zijn dat het een rendabele investering is.

Auke Jan Veenstra Kenniscoördinator Duurzame Energie, LTO Noord 29 april 2015


 

Energie